Discipline??!

‘Wat ik je zie doen, is de omstandigheden steeds de prioriteit geven boven je werk’.
‘Elke afleiding is aanleiding om je werk ‘even’ opzij te schuiven’.
‘Vind je het gek dat je dan niet realiseert waar je naar streeft?!’

Auw!… Sommige spiegels voelen nasty als ze je voorgehouden worden. Voordat ik de kans krijg mijn coach mijn mitsen en maren voor te houden, voegt hij er opbeurend aan toe: ‘je hebt de motivatie, je hebt visie, je voelt het verlangen..’ Ja, ja, ja! denk ik en hol weg bij het nasty gevoel. Het komt direct als een boomerang bij me terug, als hij laconiek de zin afsluit met ‘.. nu wordt het tijd om daar discipline aan toe te voegen’.

Zucht. Discipline associeer ik met streng, strak, keurslijf, doordouwen, onflexibel.
En nu, ter onderbouwing van deze blog, kan ik me genoegzaam omwentelen in de steun van Van Dale die kort en duidelijk is over discipline: “regime van strenge gedragsregels = tucht.”

Het komt mij goed uit om mezelf een onaangename associatie met discipline aan te meten. Én er ver weg van te blijven. Maar zo oppervlakkig en kort door de bocht eindigde mijn coaching niet.
Dwars door mijn weerstand heen; ik wilde het liefst de gewenste- en zelfs de ongewenste- afleidingen blijven koesteren, verbond ik me weer met mijn commitment op mijn doel. Mijn verlangen om iets te bereiken. En daar wil ik graag moeite voor doen! Er tijd en creativiteit in stoppen, aandacht, focus en energie! Dat klinkt niet alleen heel anders, dat voelt ook heel anders. De werklust wordt per direct aangewakkerd.

Dat bracht me het besef dat discipline op zichzelf niks is. Geen waarde heeft. Pas als je het koppelt aan iets wat je wilt bereiken, krijgt discipline betekenis. Wordt het een hulpmiddel om te komen waar ik naar toe wil. En hulpbronnen om doelen te verwezenlijken zijn welkom.
Dus heb ik me maar gevoegd naar het keurslijf van de discipline?

Natuurlijk niet! Hulpbronnen werken vóór je, niet tegen je! We hebben concreet gemaakt en vastgelegd welke moeite ik wil doen om mijn doelen te bereiken. Hoeveel tijd ik wil geven, welke acties er nodig zijn  om bij mijn doel te komen, welke hulp ik wil vragen. Wat ik wil doen én wil laten om ze te bereiken. Zelfs hoeveel escapes ik achter de hand wil hebben, voor een beetje extra vrije tijd of noodgevallen.
Klinkt als discipline hè? Het vóelt als toewijding. En daarvan zegt het woordenboek: “grote zorg en aandacht”. Ha! Daar kan ik heel goed wat mee.